Bij de uitleg van de techniek komen een aantal begrippen terug. Die staan hieronder kort beschreven. Dit artikel is het resultaat van het volgen van de Sportleider 3-opleiding door Ronald Koenis.
Grip
Over de grip bestaat geen algemene concensus. De meeste mensen zijn gestart met de shakehandgrip en spelen de backhand met de backhandgrip:
Iédereen is gebaat met flexibiliteit en het vermogen om snel van grip te kunnen wisselen. Coach lee heeft het over de ‘ready’ als hij een flexibele shakehand voordoet. Hij toont ook de meest voorkomende ‘foute’ grips.
Basispositie
De plek op de baan waar je tactisch het sterkste staat bij de meeste slagen. In het enkelspel:
In de dubbel zijn er twee varianten: naast elkaar/side-by-side of voor-achter. Welke basispositie van toepassing is, hangt af van de tactische situatie:
Racketvoering
De plek waar je je racket hebt, als je niet aan het slaan bent. Bijvoorbeeld bij dubbel is die vaak hoog als je partner aan het aanvallen is, terwijl om een smash op te vangen de racketvoering lager is.
Split step
De startbeweging bij elke slag vanuit de basispositie: een sprongetje met benen enigszins gespreid. Zoals Coach Lee altijd zegt: Always start with step one (2:56)
Dit geeft een significante versnelling van je reactie op een slag van de tegenstander.
Uitvalspas
De grote laatste stap met het rechterbeen naar voren. Essentieel is dat de voet recht t.o.v. de loopbeweging is, dit voorkomt knie- en enkelblessures. Kijk maar:
Het complete plaatje wordt met nog meer details uitgelegd in deze video (5:32), kijk opnieuw goed naar de rechtervoet:
Chassé-pas
Zijwaartse beweging, waarbij de voeten elkaar niet inhalen. Kijk maar (1:05):
Voordelen zijn stabiliteit, flexibiliteit en sprongkracht (met twee benen afzetten). Enkele tips:
- Voeten niet laten aansluiten, omdat je dan je grondvlak groot maakt én het zwaartepunt van je lichaam laag houdt. Dat verhoogt de stabiliteit en geeft minder weerstand.
- Met gebogen knieën, zodat je laag blijft, ook weer voor betere stabiliteit, grotere flexibiliteit en meer sprongkracht.
Kruispas
Een zijwaartse beweging waarbij de ene voet voorbij de andere gaat. Vergeleken met de chassé stelt de kruispas je in staat sneller een grotere afstand (want in minder stappen) af te leggen. Met name richting het achterveld (bv. de forehand clear) gebruik je de kruispas achterlangs:
In de eerste video over de uitvalspas komt ook de kruispas langs en wel om bij een beweging naar voren een betere positie te verkrijgen.